CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
De brief aan de Hebreeën legt in de grote lofrede op het geloof van de voorvaderen in het bijzonder de nadruk op het geloof van Abraham: "Door het geloof heeft Abraham
gehoor gegeven aan de roepstem van God, en ging hij op weg naar een land dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen: hij vertrok zonder te weten waarheen" (
Heb. 11, 8).
Vgl. Gen. 12, 1-4
Door het geloof heeft hij als vreemdeling en als pelgrim in het beloofde land geleefd.
Vgl. Gen. 23, 4
Door dit geloof werd Sara vruchtbaar en kon zij de zoon van de belofte ontvangen. Door het geloof tenslotte heeft Abraham zijn enige zoon ten offer gebracht.
Vgl. Heb. 11, 17
De maagd Maria verwezenlijkt op de meest volmaakte manier de gehoorzaamheid van het geloof. In geloof heeft Maria de aankondiging en de belofte, haar door de engel Gabriël gebracht, ontvangen, omdat zij geloofde dat "voor God niets onmogelijk is" (
Lc. 1, 37)
Vgl. Gen. 18, 14
en omdat ze haar instemming gaf: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord" (
Lc. 1, 38). Elisabeth heeft haar als volgt begroet: "Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is" (
Lc. 1, 45). Om dit geloof zal elk geslacht haar zalig prijzen.
Vgl. Lc. 1, 48