• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
"Al heeft deze levensstaat, die op de professie van de evangelische raden berust, geen betrekking op de hiërarchische structuur van de Kerk, toch behoort hij onbetwistbaar tot haar leven en heiligheid". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 44. vert. uit Lat.
De evangelische raden, het gewijde leven
De evangelische raden worden in hun veelvuldigheid aan iedere leerling van Christus voorgehouden. De volmaaktheid van de liefde, waartoe alle gelovigen geroepen zijn, brengt voor hen die uit vrije wil de oproep tot het gewijde leven aanvaarden, de verplichting met zich mee de kuisheid in het celibaat omwille van het koninkrijk, en de armoede en de gehoorzaamheid te beoefenen. Het is de professie van deze raden in een door de Kerk erkende vaste levensstaat die het aan God "gewijde leven" kenmerkt. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 42-43 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de vernieuwing en aanpassing van het religieuze leven, Perfectae Caritatis (28 okt 1965), 1
De staat van het godgewijde leven blijkt derhalve een van de manieren te zijn om een "innige" toewijding te kennen, die wortelt in het Doopsel en een volledige toewijding aan God is. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de vernieuwing en aanpassing van het religieuze leven, Perfectae Caritatis (28 okt 1965), 5 In het gewijde leven nemen zij die in Christus geloven zich onder ingeving van de heilige Geest voor, Christus van meer nabij te volgen, zichzelf aan God te geven, die zij boven alles beminnen en in de Kerk teken en aankondiging te zijn van de heerlijkheid van de toekomstige wereld door het streven naar de volmaakte liefde ten dienste van het koninkrijk". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 573
Een grote boom met vele takken
"Zo zijn, als aan een boom die op de akker van de Heer uit zaad dat door God gezaaid is, op wonderbare wijze is opgeschoten en zich wijd vertakt heeft, allerlei vormen gegroeid van leven in eenzaamheid en in gemeenschap en allerlei kloosterfamilies die rijke vruchten opleveren zowel voor hun eigen leven, als tot heil van het gehele lichaam van Christus". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 43. vert. uit Lat.
Vanaf het eerste begin van de Kerk waren er mannen en vrouwen die door het beoefenen van de evangelische raden Christus in grotere vrijheid wensten te volgen en Hem van meer nabij wilden navolgen en die ieder op zijn eigen manier een godgewijd leven leidden. Velen van hen hebben onder ingeving van de heilige Geest een leven in eenzaamheid geleid of religieuze families gesticht die de Kerk gaarne heeft aanvaard en met haar gezag bekrachtigd. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de vernieuwing en aanpassing van het religieuze leven, Perfectae Caritatis (28 okt 1965), 1. vert. uit Lat.
De bisschoppen dienen zich steeds moeite te geven om de nieuwe gaven van gewijd leven, die door de heilige Geest aan zijn Kerk worden toevertrouwd, te onderkennen. De goedkeuring van nieuwe vormen van gewijd leven is voorbehouden aan de Apostolische Stoel. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 605
Het kluizenaarsleven
Zonder dat er altijd sprake is van een publieke professie van de drie evangelische raden, wijden de kluizenaars "door een strengere afzondering van de wereld, door de stilte van de eenzaamheid, door voortdurend gebed en boetedoening hun leven geheel en al aan de lof van God en het heil van de wereld". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 603. § 1
Zij laten aan ieder dit innerlijk aspect zien van het mysterie van de Kerk, dat de persoonlijke, innige band met Christus is, verborgen voor het oog van de mensen is het leven van de kluizenaar een stille verkondiging van Hem aan wie hij zijn leven heeft overgeleverd, omdat Hij voor hem alles is. Het is een bijzondere oproep om in de woestijn, juist in de geestelijke strijd, de heerlijkheid van de Gekruisigde te vinden.
De gewijde maagden en weduwen
Vanaf de tijd van de apostelen hebben christelijke maagden Vgl. 1 Kor. 7, 34-36 en weduwen Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 7, door de Heer geroepen om zich, in een grotere vrijheid van hart, lichaam en geest onverdeeld aan Hem toe te wijden, het door de Kerk goedgekeurde besluit genomen om respectievelijk in een staat van maagdelijkheid of blijvende kuisheid te leven "omwille van het rijk der hemelen" (Mt. 19, 12).
"Met het uitspreken van het heilig voornemen om Christus van meer nabij te volgen, worden zij door de diocesane bisschop volgens de goedgekeurde liturgische ritus aan God toegewijd, op mystieke wijze als bruid met Christus, de Zoon van God, verbonden en aan de dienst van de kerk gewijd". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 604. § 1 Door deze plechtige ritus (consecratio virginum: maagdenwijding) wordt "de maagd een geheiligd persoon, een buitengewoon en verheven teken van de liefde van de Kerk voor Christus, een eschatologisch beeld van de hemelse Bruid en van het toekomstig leven". Maagdenwijding Praenotanda 1, vert. Zegening van een abt en abdis blz. 37

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test