CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
De onderlinge verbanden en de samenhang van de dogma's kunnen gevonden worden in het geheel van de openbaring van het mysterie van Christus.
Vgl. 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 18. nexus mysteriorum Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 25 Daarbij moet men bedenken "dat er een ordening of 'hiërarchie' van waarheden in de katholieke leer bestaat, omdat hun band met het fundament van het christelijk geloof verschillend is"
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 11
Alinea's in de marge van alinea 90
- Letten "op de analogie van het geloof". Vgl. Rom. 12, 6
Onder "analogie van het geloof" verstaan wij de onderlinge samenhang van de geloofswaarheden onderling en binnen het totale heilsplan van de openbaring.
"Het geloof
tracht te begrijpen":
H. Anselmus van Canterbury, Proslogion seu Alloquium de Dei existentia. Proem., vert. uit Lat. het is eigen aan het geloof dat de gelovige Hem beter wil leren kennen in wie hij gelooft, en dat hij beter wil begrijpen wat Hij geopenbaard heeft; een dieper gaande kennis zal op haar beurt een groter, steeds meer van liefde brandend geloof vragen. De genade van het geloof opent "het innerlijk oog" (
Ef. 1, 18) voor een levend begrip van de inhoud van de openbaring, d.w.z. het geheel van Gods heilsplan en de geloofsgeheimen, hun onderling verband en hun verband met Christus, middelpunt van het geopenbaarde mysterie. Wel, "om ons begrip van de openbaring steeds meer te verdiepen, vervolmaakt de heilige Geest voortdurend het geloof door zijn gaven"
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 5. vert. uit Lat. Zo "geloof ik om te begrijpen en begrijp ik om beter te geloven", zoals de heilige Augustinus het uitdrukte.
H. Augustinus, Preken, Sermones. 43,7,9, vert. uit Lat.
Het mysterie van de allerheiligste Drieëenheid is het centrale mysterie van het christelijk geloof en het christelijk leven. Het is het mysterie van God in zichzelf, Het is dus de bron van alle andere geloofsmysteries, het licht dat hen verlicht. Het is de meest fundamentele en essentiële leer in de "hiërarchie van de geloofswaarheden". Vgl. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 43 "De gehele heilsgeschiedenis is dezelfde als de geschiedenis van de wegen waarlangs en van de wijze waarop de ware en enige God, Vader, Zoon en heilige Geest, zich aan de mensen openbaart en zich met de mensen, die zich door de zonde van Hem afgekeerd hadden, verzoent en verenigt". Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 47
© 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"