Ook krijgen de opvolgers van de apostelen die in gemeenschap met de opvolger van Petrus optreden als leraren, en in het bijzonder de bisschop van Rome, de herder van heel de Kerk, goddelijke bijstand geschonken, wanneer zij - zonder tot een onfeilbare definitie te komen en zonder zich in "definitieve zin" uit te spreken - bij het uitoefenen van het gewoon leergezag een leer voorhouden die leidt tot een beter begrip van de openbaring inzake geloof en zeden. Met dit gewoon onderricht "dienen de gelovigen met een godsdienstige geest in te stemmen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 25. vert. uit Lat. Dit onderscheidt zich weliswaar van een instemming in geloof, maar ligt toch in het verlengde hiervan.