"De gemeenschap als geheel van de gelovigen (...) kan niet dwalen in het geloof; en zij manifesteert dit bijzonder kenmerk door middel van de bovennatuurlijke geloofszin van geheel het volk, wanneer dit 'vanaf de bisschoppen tot aan de eenvoudigste leken gelovigen' zijn universele eensgezindheid uitdrukt in zaken van geloof en zeden". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 12. vert. uit Lat.