Het leergezag van de kerk maakt ten volle gebruik van het van Christus ontvangen gezag, wanneer het dogma's definieert, d.w.z. wanneer het, op een manier die het christenvolk verplicht tot een onherroepelijke aanhankelijkheid aan het geloof, waarheden voorhoudt die vervat zijn in de goddelijke openbaring of ook wanneer het op definitieve wijze waarheden voorhoudt, die hiermee noodzakelijkerwijs in verband staan.