"Evenals het ambt blijft voortbestaan dat door de Heer in het bijzonder aan Petrus, de eerste van de apostelen, is toevertrouwd en dat aan zijn opvolgers overgedragen moet worden, zo blijft ook het ambt van de apostelen voortbestaan om de Kerk te hoeden, een ambt dat door het gewijde orde van bisschoppen blijvend uitgeoefend moet worden." Daarom leert de Kerk dat "de bisschoppen krachtens goddelijke instelling de opvolgers zijn van de apostelen als herders van de Kerk. Wie naar hen luistert, luistert naar Christus, en wie hen versmaadt, versmaadt Christus en Hem die Christus gezonden heeft". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 20. vert. uit Lat.