15 augustus 1997
De missionaire taak van de Kerk impliceert een respectvolle dialoog met hen die het Evangelie nog niet aanvaarden. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 55 De gelovigen kunnen voor zichzelf baat hebben bij deze dialoog door "al wat er reeds aan waarheid en genade bij de volken als een verborgen tegenwoordigheid van God wordt gevonden", 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 9. vert. uit Lat. beter te leren kennen. Als zij de Blijde Boodschap verkondigen aan hen die haar niet kennen, dan is dat om de waarheid en het goede dat God onder de mensen en de volken heeft verbreid, te verstevigen, aan te vullen en op een hoger plan te brengen en het te zuiveren van dwaling en kwaad "tot eer van God, tot beschaming van de duivel en tot geluk van de mens". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 9