15 augustus 1997
De Kerk is dus heilig, ook al bergt zij in haar schoot zondaars; want zelf kent zij geen enkel ander leven dan dat van de genade; als haar leden waarlijk hierdoor gevoed worden, dan worden zij hierdoor geheiligd; als zij zich hieraan echter onttrekken, dan vervallen zij tot zonden en lopen zij een bezoedeling van de ziel op die haar heiligheid belemmert. Daarom lijdt de Kerk onder deze zonden en doet zij boete hiervoor, terwijl ze tegelijkertijd de macht heeft haar kinderen door het bloed van Christus en de gave van de heilige Geest hiervan te bevrijden. H. Paus Paulus VI, Motu Proprio, Sollemnis Professio Fidei - Ter afsluiting van het jaar van het geloof, Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God (30 juni 1968), 19. vert. uit Lat.
"Nu zijt gij rein gewassen, gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God" (1 Kor. 6, 11). Men moet zich bewust zijn van de verhevenheid van de gave Gods die ons in de sacramenten van de christelijke initiatie geschonken wordt, om te begrijpen in welke mate de zonde uitgesloten is voor wie "met Christus is bekleed" Vgl. Gal. 3, 27 . De apostel Johannes zegt echter ook: "Als wij beweren zonder zonde te zijn, bedriegen wij' onszelf en woont de waarheid niet in ons" (1 Joh. 1, 8). En de Heer zelf leerde ons te bidden: "Vergeef ons onze schulden" (Lc. 11, 4). Daarbij verbond Hij de vergeving die we elkaar schenken voor onze schulden, aan de vergeving die God verleent voor onze schulden.
Om hieraan op de juiste manier te beantwoorden is er vereist:
- een permanente vernieuwing van de Kerk door een grotere getrouwheid aan haar roeping. Deze vernieuwing is de drijfveer van de beweging naar eenheid; Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 6
- een innerlijke ommekeer om zuiverder "volgens het Evangelie te leven" Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 7 want het is de ontrouw van de leden aan de gave van Christus die scheiding teweeg brengt;
- het gemeenschappelijk gebed, want "deze innerlijke ommekeer en de heiligheid van leven tezamen met persoonlijke en openbare gebeden voor de eenheid van de christenen moeten worden gezien als de ziel van heel de oecumenische beweging en kunnen dan ook terecht een geestelijke, oecumenische beweging genoemd worden; 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 8. vert. uit Lat.
- een wederzijdse kennis van elkaar als broeders en zusters; Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 9
- een oecumenische vorming van de gelovigen en in het bijzonder van de priesters; Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 10
- een dialoog tussen de theologen en ontmoetingen tussen de christenen van de verschillende kerken en kerkelijke gemeenschappen; Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4.9.11
- een samenwerking tussen de christenen op de verschillende terreinen van dienstverlening aan de mensen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 12