CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
De eenheid van het lichaam heft de verscheidenheid van ledematen niet op: "Ook bij de opbouw van het lichaam van Christus heerst er verscheidenheid van ledematen en functies. Eén is de Geest, die zijn verschillende gaven tot nut van de kerk verdeelt overeenkomstig zijn rijkdom en de noodzaak van de bedieningen". De eenheid van het mystieke lichaam bewerkt en stimuleert onder de gelovigen de liefde. "Als daarom " één lid lijdt, delen alle leden in het lijden en evenzo, als één lid geëerd wordt, delen alle in de vreugde".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 7. vert. uit Lat. Tenslotte overwint de eenheid van het mystieke lichaam van Christus iedere menselijke verdeeldheid: "Want gij allen die in Christus zijt gedoopt, zijt met Christus bekleed. Er is geen jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw:" allen tezamen zijt "gij één persoon in Christus Jezus" (
Gal. 3, 27-28).