15 augustus 1997
Vanaf het begin heeft Jezus zijn leerlingen in zijn leven laten delen; Vgl. Mc. 1, 16-20 Vgl. Mc. 3, 13-19 Hij heeft hun het mysterie van het koninkrijk geopenbaard; Vgl. Mt. 13, 10-17 Hij heeft hen deelgenoten gemaakt aan zijn zending, zijn vreugde Vgl. Lc. 10, 17-20 en lijden. Vgl. Lc. 22, 28-30 Jezus spreekt over een nog inniger gemeenschap tussen Hem en diegenen die Hem zouden volgen: "Blijft in Mij, zoals Ik in u (...). Ik ben de wijnstok, gij de ranken" (Joh. 15, 4-5). En Hij kondigt een mysterievolle en werkelijke gemeenschap aan tussen zijn eigen lichaam en het onze.. "Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem" (Joh. 6, 56).
Laten wij ons derhalve gelukkig prijzen en laten wij dank brengen dat wij niet alleen christen, maar ook Christus zelf geworden zijn. Begrijpt gij, broeders en zusters, de genade die God ons geschonken heeft door ons Christus tot hoofd te geven? Verwondert u dan en verheugt u, wij zijn Christus geworden. Als Hij het hoofd is, dan zijn wij de ledematen; de hele mens, dat is Hij en wij samen(...). De volheid van Christus is derhalve het hoofd en de ledematen; wat betekent: het hoofd en de ledematen? Christus en de Kerk. H. Augustinus, In Iohannis Evangelium Tractatus. 21,8, vert. uit Lat.Onze Verlosser blijkt één persoon te vormen met de kerk, die Hij heeft aangenomen. H. Paus Gregorius de Grote, Moreel commentaar op (het boek) Job, Moralia in Job. Praef. 1,6,4, vert. uit Lat.
Hoofd en ledematen, één en dezelfde mystieke persoon, om zo te zeggen. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III,48,2 ad 1, vert. uit Lat.
Een woord van de heilige Jeanne d'Arc tegen haar rechters gesproken vat het geloof van de heilige kerkleraren samen en brengt het gezond verstand van de gelovige tot uitdrukking: "Wat Jezus Christus en de Kerk betreft, ben ik van mening dat het één geheel is en dat men hierover geen moeilijkheden moet maken." H. Jeanne d'Arc, Actes du procès