Het volk van God heeft bepaalde kenmerken die het duidelijk onderscheiden van alle religieuze, etnische, politieke of culturele groeperingen in de geschiedenis:
Het is het volk van God: God hoort eigenlijk tot geen enkel volk, maar Hij heeft zich een volk verworven uit hen die vroeger geen volk vormden: "een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie" (1 Pt. 2, 9).
Men wordt lid van dit volk niet door een lichamelijke geboorte, maar door "wedergeboorte", "uit water en geest" (Joh. 3, 3-5), d.w.z. door het geloof in Christus en het doopsel.
Dit volk heeft als Hoofd Jezus Christus (Gezalfde, Messias): omdat dezelfde zalving, de heilige Geest, zich vanuit het Hoofd in het lichaam verspreidt, is het "het messiaans volk".
"De toestand van dit volk is de waardigheid van de vrijheid van de kinderen van God, in wier harten de heilige Geest woont als in een tempel".