CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
"Voorzeker, in alle tijden en bij alle volken is een ieder die de Heer vreest en de gerechtigheid beoefent, aan God welgevallig. God heeft het echter behaagd de mensen niet afzonderlijk, zonder enig onderling verband, te heiligen en te redden, maar hen tot een volk te maken dat Hem naar waarheid zou erkennen en in heiligheid zou dienen. Daarom heeft Hij het volk van Israël tot zijn volk uitverkoren, er een verbond mee gesloten en het geleidelijk onderwezen (...). Dit alles echter is geschied ter voorbereiding en voorafbeelding van het nieuwe en volmaakte Verbond dat in Christus zou worden gesloten (...). Dit Nieuwe Verbond heeft Christus ingesteld, namelijk het Nieuwe Testament in zijn bloed. Uit joden en heidenen heeft Hij een volk geroepen dat niet naar het vlees, maar in de Geest tot een eenheid zou uitgroeien".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 9. vert. uit Lat.