15 augustus 1997
"De enige Middelaar, Christus, heeft zijn heilige kerk, gemeenschap van geloof, hoop en liefde, hier op aarde gevestigd als een zichtbaar geheel, dat Hij voortdurend ondersteunt en waardoor Hij aan allen genade en waarheid meedeelt". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8 De Kerk is tegelijkertijd:
Deze dimensies vormen tezamen "één complexe werkelijkheid, samengesteld een uit een menselijk en een goddelijk element": 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8
Het is eigen aan de Kerk tegelijk menselijk en goddelijk te zijn, zichtbaar, maar rijk aan onzichtbare werkelijkheden, opgaande in het werk en gewijd aan de beschouwing, in de wereld aanwezig en toch op pelgrimstocht, en wel zo dat in haar het menselijke in ondergeschiktheid gericht is op het goddelijke, het zichtbare op het onzichtbare; het werken op het beschouwen, het heden op de toekomstige stad waarnaar wij zoeken. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 2Deemoed! Verhevenheid! Zowel tent van Cedar als heiligdom van God; zowel aardse woning als hemels paleis; zowel huis van klei als koninklijk hof; zowel lichaam van de dood als tempel van licht; tenslotte zowel voorwerp van verachting voor de hoogmoedigen als bruid van Christus! Zij is zwart van het stof, maar mooi, dochter van Jeruzalem, hoewel vermoeidheid en smart van de lange ballingschap haar bleek gemaakt hebben, siert haar toch een hemelse schoonheid. H. Bernardus van Clairvaux, Homilies over het Hooglied, Sermones in Canticum Canticorum. 27,14, vert. uit Lat.