
15 augustus 1997
Evenals de wil van God een handeling is en deze wereld heet, zo is zijn bedoeling het heil van de mensen en deze heet Kerk. H. Clemens van Alexandrië, De pedagoog, Paedagogos. 1,6, vert. uit Gr.
Het verzamelen van het volk van God begint op het ogenblik dat de zonde een einde maakt aan de gemeenschap van de mensen met God en hun gemeenschap onderling. Het verzamelen van de Kerk is, om zo te zeggen, de reactie van God op de door de zonde veroorzaakte chaos. Deze hereniging komt op verborgen wijze te midden van alle volken tot stand: "Ieder, uit welk volk ook, die God vreest en het goede doet, is Hem welgevallig" (Hand. 10, 35). Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 9.13.16
Het komt de Zoon toe het heilsplan van zijn Vader in de volheid van de tijd te verwezenlijken; dat is de reden van zijn "zending". Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 3 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 3 "De Heer Jezus heeft met zijn Kerk een begin gemaakt door het verkondigen van de blijde boodschap, namelijk de komst van Gods rijk, dat sedert eeuwen in de Schriften was beloofd". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 5. vert. uit Lat. Om de wil van de Vader te volbrengen stond Christus aan het begin van het rijk der hemelen op aarde. De Kerk "is het rijk van Christus dat reeds op mysterievolle wijze aanwezig is". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 3
De Heer Jezus heeft zijn gemeenschap een structuur geschonken die zal blijven bestaan tot aan de volledige verwezenlijking van het koninkrijk. Op de eerste plaats is er de keuze van de Twaalf met Petrus als hun hoofd. Vgl. Mc. 3,14-15 De twaalf stammen van Israël vertegenwoordigend Vgl. Mt. 19,28 Vgl. Lc. 22,30 zijn zij de grondstenen van het nieuwe Jeruzalem. Vgl. Openb. 21,12-14 De Twaalf Vgl. Mc. 6,7 en de andere leerlingen Vgl. Lc. 10,1-2 hebben deel aan de zending van Christus, aan zijn ambt, maar zij delen ook in zijn lot. Vgl. Mt. 10,25 Vgl. Joh. 15,20 Door al deze daden bereidt Christus zijn kerk voor en bouwt Hij haar op.
Maar de Kerk is vooral geboren uit het feit dat Christus zich voor ons heil totaal gegeven heeft. Bij de instelling van de Eucharistie wordt op die gave vooruitgelopen en zij wordt verwezenlijkt op het kruis. "Het begin en de groei van de Kerk worden gesymboliseerd door het bloed en het water die uit de geopende zijde van de gekruisigde Jezus vloeien". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 3. vert. uit Lat. "Want toen Christus ingeslapen was op het kruis, is uit zijn zijde het bewonderenswaardig sacrament dat de hele kerk is, voortgekomen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 5. vert. uit Lat. Evenals Eva gevormd is uit de rib van de ingeslapen Adam, zo is de kerk geboren uit het doorboorde hart van de op het kruis gestorven Christus. Vgl. H. Ambrosius van Milaan, Expositio Evangelii secundum Lucam. II, 85-89