• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De komst van de verheerlijkte Messias wordt op elk ogenblik van de geschiedenis uitgesteld, Vgl. Rom. 11, 31 totdat Hij wordt erkend door "heel Israël" Vgl. Rom. 11, 26 Vgl. Mt. 23, 39 waarover ten dele "de verharding gekomen is" Vgl. Rom. 11, 25 in de vorm van "het ongeloof" (Rom. 11, 20) ten opzichte van Jezus. De heilige Petrus zegt het tegen de Joden van Jeruzalem na Pinksteren: "Bekeert u dus en hebt berouw, opdat uw zonden worden uitgewist en er van de Heer uit tijden van verkwikking mogen komen en Hij u Jezus zende, die voor u als Messias was voorbestemd. De hemel moest Hem opnemen tot de tijd van het herstel van alle dingen, waarover God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten" (Hand. 3, 19-21). En bij de heilige Paulus klinken deze woorden door, wanneer hij zegt: "Als hun verwerping de wereld verzoening heeft gebracht, wat kan dan hun aanneming anders betekenen dan leven uit de doden?" (Rom. 11, 15). Het binnengaan van "het volledig getal van de Joden" Vgl. Rom. 11, 12 in het Messiaanse heil, in het voetspoor van het "volledig getal van de heidenvolken" Vgl. Rom. 11, 25 Vgl. Lc. 21, 24 zal het volk van God de mogelijkheid geven "de volheid in Christus" (Ef. 4, 13) tot stand te brengen, waarin God alles in alles is" (1 Kor. 15, 28).
De Kerk en de niet-christenen
"Zij die het Evangelie nog niet ontvangen hebben, zijn op verschillende manieren gericht op het volk van God". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 16. vert. uit Lat.:

De verhouding tussen de Kerk en het joodse volk. De Kerk, het volk van God in het Nieuwe Verbond, ontdekt bij het onderzoeken van haar eigen mysterie haar band met het joodse volk, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 4 "waartoe God het eerst gesproken heeft". H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Goede Vrijdag 13. Voorbede VI, in: Altaarmissaal (NL) blz. 327; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 141 In tegenstelling tot de andere niet-christelijke godsdiensten is het joodse geloof al een antwoord op de openbaring van God in het Oude Verbond. Aan het joodse volk "behoort de aanneming tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften; van hen zijn de aartsvaders en uit hen komt Christus voort naar het vlees" (Rom. 9, 4-5), want "God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29).

"God heeft allen in ongehoorzaamheid opgesloten om allen in te sluiten in zijn ontferming" (Rom. 11,32).

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test