
15 augustus 1997
"Daarvoor is Christus gestorven en weer levend geworden: om Heer te zijn over doden en levenden" (Rom. 14, 9). Het opstijgen ten hemel van Christus betekent dat Hij in zijn menselijke natuur deel heeft aan de macht en het gezag van God zelf. Jezus Christus is de Heer. Hij heeft alle macht in de hemel en op aarde. Hij staat "hoog boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden," want de Vader heeft "alles onder zijn voeten gelegd" (Ef. 1, 20-22), Christus is de Heer van het heelal Vgl. Ef. 4, 10 Vgl. 1 Kor. 15, 24.27-28 en van de geschiedenis. In Hem vinden de geschiedenis van de mens en zelfs heel de schepping hun "samenvatting" Vgl. Ef. 1, 10 , hun transcendente voltooiing.