CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
De verrijzenis van Christus is een voorwerp van geloof in zoverre ze een transcendent ingrijpen van God zelf is in de schepping en de geschiedenis. Hierin zijn de drie goddelijke personen tegelijkertijd samen werkzaam en tonen zij hun eigen oorspronkelijkheid. Ze heeft plaatsgevonden door de macht van de Vader, die Christus, zijn Zoon, "opgewekt heeft"
Vgl. Hand. 2, 24
en zo op volmaakte wijze zijn menselijke natuur - met zijn lichaam - in de Drieëenheid heeft binnengeleid. Jezus wordt definitief "naar de Geest aangewezen als Zoon van God door Gods machtige daad, door zijn opstanding uit de doden" (
Rom. 1, 3-4). De heilige Paulus benadrukt de openbaring van Gods macht
Vgl. Rom. 6, 4
Vgl. 2 Kor. 13, 4
Vgl. Fil. 3, 10
Vgl. Ef. 1, 19-22
Vgl. Heb. 7, 16
door het werk van de Geest die de dode menselijke natuur van Jezus tot leven gewekt heeft en deze geroepen heeft tot de glorievolle staat van Heer.