De verrijzenis van Christus was geen terugkeer naar het aardse leven, zoals dat het geval was met de opwekkingen die Hij voor Pasen gedaan had: de dochter van Jaïrus, de jongeman uit Naïm en Lazarus. Deze feiten waren wonderbare gebeurtenissen, maar de door een wonder ten leven gewekte personen kregen door de macht van Jezus een "gewoon" aards leven terug. Op een gegeven ogenblik zullen zij opnieuw sterven. De verrijzenis van Christus is wezenlijk anders. In zijn verrezen lichaam gaat Hij van (de toestand van) de dood over naar een ander leven buiten tijd en ruimte, Het lichaam van Jezus is in de verrijzenis vervuld van de kracht van de heilige Geest; Hij deelt in het goddelijk leven door de staat van zijn heerlijkheid, en wel zo dat de heilige Paulus over Christus kan zeggen dat Hij "de hemelse mens" is. Vgl. 1 Kor. 15, 35-50