
15 augustus 1997
De Kerk, die als een moeder op sacramentele wijze de christen tijdens zijn aardse pelgrimstocht in haar schoot heeft gedrag en, begeleidt hem op het einde van zijn tocht, om hem "in de handen van de Vader" toe te vertrouwen. In Christus draagt zij het kind van haar genade op aan de Vader, en de kiem van het lichaam dat in heerlijkheid zal verrijzen, Vgl. 1 Kor. 15, 42-44 vertrouwt zij hoopvol aan de aarde toe. Deze offerande wordt ten volle gevierd door het offer van de Eucharistie; de zegeningen die aan de Eucharistie voorafgaan en die erop volgen zijn sacramentalia.