CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Door zich in zijn menselijk hart aan te sluiten bij de liefde van de Vader voor de mensen heeft Jezus "hen tot het uiterste toe bemind" (
Joh. 13, 1), " want geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden" (
Joh. 15, 13). Zo is in het lijden en de dood zijn mensheid het vrije en volmaakte instrument geworden van zijn goddelijke liefde, die het heil van de mensen wil
Vgl. Heb. 2, 10.17-18
Vgl. Heb. 4, 15
Vgl. Heb. 5, 7-9
. Hij heeft immers vrijwillig zijn lijden en zijn dood op zich genomen uit liefde voor zijn Vader en voor de mensen die de Vader wil redden: "Niemand neemt Mij mijn leven af, maar Ik geef het uit Mijzelf" (
Joh. 10, 18). Vandaar de soevereine vrijheid van de Zoon van God, wanneer Hijzelf de dood ingaat
Vgl. Joh. 18, 4-6
Vgl. Mt. 26, 53
.