Wanneer eenmaal de eenheid van het menselijk geslacht door de zonde verbroken is, probeert God de mensheid allereerst te redden door in iedere fase aanwezig te zijn. Het verbond met Noach na de zondvloed Vgl. Gen. 9, 9 brengt het principe van het goddelijk heilsbestel tot uitdrukking Jegens de "volken", d.w.z. jegens de mensen die opnieuw verenigd zijn, "ieder naar land, taal en geslacht" (Gen. 10, 5). Vgl. Gen. 10, 20-31