15 augustus 1997
"Ik verleen u het koninkrijk, zoals mijn Vader het Mij heeft verleend, om in mijn koninkrijk aan mijn tafel te eten en te drinken en op tronen te zetelen en de twaalf stammen van Israël te oordelen" (Lc. 22, 29-30).
De Heer Jezus heeft zijn gemeenschap een structuur geschonken die zal blijven bestaan tot aan de volledige verwezenlijking van het koninkrijk. Op de eerste plaats is er de keuze van de Twaalf met Petrus als hun hoofd. Vgl. Mc. 3,14-15 De twaalf stammen van Israël vertegenwoordigend Vgl. Mt. 19,28 Vgl. Lc. 22,30 zijn zij de grondstenen van het nieuwe Jeruzalem. Vgl. Openb. 21,12-14 De Twaalf Vgl. Mc. 6,7 en de andere leerlingen Vgl. Lc. 10,1-2 hebben deel aan de zending van Christus, aan zijn ambt, maar zij delen ook in zijn lot. Vgl. Mt. 10,25 Vgl. Joh. 15,20 Door al deze daden bereidt Christus zijn kerk voor en bouwt Hij haar op.