CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Na het concilie van Chalcedon maakten sommigen van de menselijke natuur van Christus een soort persoonlijk subject. Het vijfde oecumenische concilie van Constantinopel van 553 heeft tegen hen beleden: "Er is slechts één hypostase (of persoon) die onze Heer Jezus Christus is,
één van de Drieëenheid". 2e Concilie van Constantinopel, 8e Zitting - Canones, Sessio VIII - Canones (2 juni 553), 4. vert. uit Lat. Alles in de mensheid van Christus moet dus toegeschreven worden aan zijn goddelijke persoon als aan zijn eigenlijk subject,
Vgl. Concilie van Efese, Bijlage bij de Brief van de Synode van Alexandrië aan Nestorius (3e Brief van Cyrillus aan Nestorius), Anathematismati Cyrilli Alexandrini (22 juni 431), 4 niet alleen de wonderen, maar ook het lijden,
Vgl. 2e Concilie van Constantinopel, 8e Zitting - Canones, Sessio VIII - Canones (2 juni 553), 3 en zelfs de dood: "Hij die in het vlees gekruisigd is, onze Heer van de heilige Jezus Christus, is ware God, Heer van de heerlijkheid en een Drieëenheid".
2e Concilie van Constantinopel, 8e Zitting - Canones, Sessio VIII - Canones (2 juni 553), 12. vert. uit Gr.