
15 augustus 1997
Wij leren eenstemmig, hierin de heilige Kerkvaders volgend, één en dezelfde Zoon, onze Heer Jezus Christus, te belijden, volmaakt in zijn godheid en volmaakt in zijn mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een verstandelijke ziel en een lichaam, één in wezen met de Vader overeenkomstig zijn godheid, één in wezen met ons overeenkomstig zijn mensheid, "in alles gelijk aan ons, behalve in de zonde" (Heb. 4, 15); geboren uit de Vader vóór alle eeuwen overeenkomstig zijn godheid, en deze laatste dagen voor ons en tot ons heil geboren uit de maagd Maria, Moeder van God, overeenkomstig zijn mensheid.Eén en dezelfde Christus, Heer, eniggeboren Zoon, die erkend wordt in twee naturen, zonder vermenging, zonder verandering, zonder deling, zonder scheiding. Het verschil tussen de naturen wordt geenszins opgeheven door hun vereniging, maar de eigenschappen van beide worden veeleer gewaarborgd en verenigd in één persoon en in één hypostase. Concilie van Chalcedon, 5e Zitting - Over de twee naturen in Christus, Sessio V - Definitio de duabus naturis Christi (22 okt 451), 2-3. vert. uit Gr.
"Wat hij was is Hij gebleven, en wat Hij niet was heeft Hij aangenomen", zingt de Romeinse liturgie. Getijdenboek Antifoon bij de Lofzang van Zacharias uit het morgengebed op 1 januari (Getijdenboek 126) Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Sermones. 21, 2-3 En de liturgie van de heilige Johannes Chrysostomus verkondigt en zingt: "Eniggeboren Zoon en Woord van God, Gij zijt onsterfelijk en voor ons heil hebt Gij u verwaardigd mens te worden uit de heilige Moeder van God en altijd maagd Maria, Gij die zonder te veranderen mens geworden zijt en zijt gekruisigd. O Christus, God, die door uw dood de dood hebt verpletterd, Gij die één van de heilige Drieëenheid zijt, verheerlijkt met de Vader en de heilige Geest, red ons!" Troparion "O Monoghenis"