• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Door de genade van de heilige Geest hiertoe aangezet en aangetrokken door de Vader geloven en belijden wij met betrekking tot Jezus: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God" (Mt. 16, 16). Op de steenrots van dit geloof, beleden door de heilige Petrus, heeft Christus zijn Kerk gebouwd. Vgl. Mt. 16, 18 Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Sermones. 4,3; 51,1; 62,2; 83,3
Jezus heeft de geloofsbelijdenis aanvaard van Petrus die Hem erkende als de Messias, maar Hij kondigde hierbij het aanstaande lijden van de Mensenzoon aan. Vgl. Mt. 16, 16-23 Hij heeft de authentieke inhoud van zijn Messiaanse koningschap tegelijkertijd onthuld in de transcendente identiteit van de Mensenzoon, "die uit de hemel is neergedaald" (Joh. 3, 13) Vgl. Joh. 6, 62 Vgl. Dan. 7, 13 en in zijn verlossende zending als lijdende Dienaar: "De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen" (Mt. 20, 28). Vgl. Jes. 53, 10-12 Daarom wordt de ware betekenis van zijn koningschap slechts vanaf het kruis getoond. Vgl. Joh. 19, 19-22 Vgl. Lc. 23, 39-43 Pas na zijn verrijzenis zal zijn Messiaanse koningschap door Petrus ten overstaan van het volk van God uitgeroepen kunnen worden: "Voor heel het huis van Israël moet dus onomstotelijk vaststaan, dat God Hem en Heer en Christus heeft gemaakt, die Jezus, die gij gekruisigd hebt" (Hand. 2, 36).

Jezus was de tempel Vgl. Joh. 18, 20 , waar Hij het meest wezenlijke van zijn onderricht gegeven heeft, absoluut niet vijandig gezind Vgl. Mt. 8, 4 Vgl. Mt. 23, 21 Vgl. Lc. 17, 14 Vgl. Joh. 4, 22 . Hij wilde de tempelbelasting betalen en Hij liet Petrus Vgl. Mt. 17, 24-27 , die Hij pas tot fundament van zijn toekomstige Kerk Vgl. Mt. 16, 18 aangesteld had, dit voor hun beiden doen. Wat meer is, Hij heeft zich vereenzelvigd met de tempel door zichzelf als de definitieve woning van God onder de mensen voor te stellen Vgl. Joh. 2, 21 Vgl. Mt. 12, 6 . Daarom kondigt zijn lichamelijke terechtstelling Vgl. Joh. 2, 18-22 de verwoesting van de tempel aan, die het binnentreden in een nieuw tijdperk van de heilsgeschiedenis zal laten zien: "Er komt een uur dat gij noch op die berg noch in Jeruzalem de Vader zult aanbidden" (Joh. 4, 21). Vgl. Joh. 4, 23-24 Vgl. Mt. 27, 51 Vgl. Heb. 9, 11 Vgl. Openb. 21, 22 .

De Kerk is apostolisch: zij is gebouwd op duurzame grondstenen,' "de twaalf apostelen van het Lam" (Openb. 21, 14); zij is onverwoestbaar', Vgl. Mt. 16, 18 zij blijft onfeilbaar behouden in de waarheid: Christus bestuurt haar door Petrus en de andere apostelen en samen met hun opvolgers, de paus en het college van bisschoppen.

De Heer heeft alleen van Simon, aan wie Hij de naam Petrus ("rots") gaf, de rots van zijn Kerk gemaakt. Hij heeft hem de sleutels ervan overhandigd; Vgl. Mt. 16, 18-19 Hij heeft hem aangesteld tot herder van heel de kudde. Vgl. Joh. 21, 15-17 "Maar het staat vast dat deze taak om te binden en te ontbinden, die aan Petrus is gegeven, ook aan het college van apostelen, verbonden met hun hoofd, gegeven is". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 22. vert. uit Lat. Deze pastorale taak van Petrus en de andere apostelen behoort tot de fundamenten van de Kerk. Zij wordt voortgezet door de bisschoppen onder het primaatschap van de paus.

Wanneer de Heer de apostelen laat delen in zijn macht zonden te vergeven, geeft Hij hun ook het gezag de zondaars met de Kerk te verzoenen. Deze kerkelijke dimensie van hun taak wordt met name uitgedrukt door de plechtige woorden die Christus tot Simon Petrus richt: "Ik zal u de sleutels geven van het rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn" (Mt. 16, 19). "Het staat vast dat de macht om te binden en te ontbinden, die aan Petrus geschonken werd, ook is gegeven aan het college van de apostelen, dat met zijn hoofd verenigd is Vgl. Mt. 18, 18 Vgl. Mt. 28, 16-20 ". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 22. vert. uit Lat.

De nieuwe wet beoefent de daden van de godsdienst : de aalmoes, het gebed en het vasten door deze te richten op de "Vader die in het verborgene ziet", tegen het verlangen in "om door de mensen gezien te worden". Vgl. Mt. 6,1-6.16-18 Het gebed van de nieuwe wet is het Onze Vader. (Mt. 6,9-13)

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test