• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Ofschoon de erfzonde aan ieder eigen is, Vgl. Concilie van Trente, 5e Zitting - Decreet over de erfzonde, Sessio V - Decretum super peccato originali (17 juni 1546), 3 heeft zij in geen enkele afstammeling van Adam het karakter van een persoonlijk vergrijp. Het gaat hier om het verlies van de oorspronkelijke heiligheid en gerechtigheid, maar de menselijke natuur is niet geheel verdorven: zij is in haar eigen natuurlijke krachten gewond, onderworpen aan onwetendheid, lijden en de heerschappij van de dood en geneigd tot zonde (deze neiging tot het kwaad wordt "concupiscentie" genoemd). Het doopsel doet de erfzonde teniet door het leven van de genade van Christus te geven en brengt de mens weer naar God, maar de gevolgen voor de verzwakte en tot het kwaad geneigde natuur blijven in de mens bestaan en roepen hem op tot geestelijke strijd.

Alinea's in de marge van alinea 405

Etymologisch kan men met het woord "concupiscentie" (begeerlijkheid) elke intense vorm van menselijke begeerte aanduiden. De christelijke theologie heeft er de speciale betekenis aan toegekend van een beweging van het zinnelijk streefvermogen die ingaat tegen de werking van de menselijke rede. De apostel Paulus vereenzelvigt dat met de strijd die het "vlees" voert tegen de "geest". Vgl. Gal. 5, 16-17.24 Vgl. Ef. 2, 3 De begeerlijkheid komt voort uit de ongehoorzaamheid van de eerste zonde (Gen. 3, 11). Zij ontregelt de zedelijke vermogens van de mens, en zonder op zichzelf een zonde te zijn, brengt ze de mens ertoe te zondigen. Vgl. Concilie van Trente, 5e Zitting - Decreet over de erfzonde, Sessio V - Decretum super peccato originali (17 juni 1546), 5

Wel blijven er in de gedoopte nog enkele tijdelijke gevolgen van de zonde, zoals lijden, ziekte, dood, of de broosheden eigen aan het leven, zoals karakterzwakheden enz., evenals een neiging tot de zonde, door de Overlevering in het Latijn concupiscentia genoemd, of overdrachtelijk "fomes peccati" (zondehaard): "Omdat deze begeerlijkheid in de mens achtergebleven is met het oog op de strijd, is zij niet bij machte mensen te schaden die er niet mee instemmen en er zich moedig tegen verzetten met behulp van de genade van Christus Jezus. Sterker nog, 'hij die zich in de strijd aan de regels houdt, zal gekroond worden' (2 Tim. 2, 5)". Concilie van Trente, 5e Zitting - Decreet over de erfzonde, Sessio V - Decretum super peccato originali (17 juni 1546), 5. (2 Tim. niet volgens KBS), vert. uit Lat.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test