15 augustus 1997
Want God heeft ons ter wereld gebracht om Hem te kennen, te dienen en te beminnen, en zo in het paradijs te komen. De zaligheid doet ons deel hebben aan de goddelijke natuur (2 Pt. 1, 4) en aan het eeuwig leven Vgl. Joh. 17, 3 . Met haar treedt de mens binnen in de heerlijkheid van Christus Vgl. Rom. 8, 18 en in de vreugde van het trinitaire leven.
Bevrijding en heil. Door zijn glorierijk kruis heeft Christus het heil verkregen voor alle mensen. Hij heeft hen vrijgekocht van de zonde die hen in slavernij gevangen hield. "Voor de vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt" (Gal. 5, 1). In Hem delen wij in "de waarheid die ons vrij maakt" (Joh. 8, 32). De Heilige Geest is ons geschonken en, zoals de apostel leert, "waar de Geest is, daar is de vrijheid" (2 Kor. 3, 17). Vanaf nu roemen wij op de "vrijheid van de kinderen Gods" (Rom. 8, 21).