CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
In de zonde heeft de mens
zichzelf boven God gesteld en daardoor God geminacht: hij heeft voor zichzelf gekozen tegen God, tegen hetgeen van hem als schepsel gevraagd werd, en sindsdien, tegen hetgeen goed voor hemzelf was. In een staat van heiligheid gesteld, was de mens om door God voorbestemd ten volle "vergoddelijkt" te worden in heerlijkheid. Door de verleiding van de duivel heeft hij "als God willen zijn",
Vgl. Gen. 3, 5
maar "zonder God en voor God, en niet overeenkomstig God".
H. Maximus Confessor, Ambiguorum Liber. vert uit Gr.