15 augustus 1997
De geestelijke traditie van de Kerk legt ook de nadruk op het hart in de Bijbelse zin van "binnenste" (Jer. 31, 33), waar de mens wel of niet voor God kiest. Vgl. Deut. 6, 5 Vgl. Jes. 29, 13 Vgl. Ez. 36, 26 Vgl. Mt. 6, 21 Vgl. Lc. 8, 15 Vgl. Rom. 5, 5
Jezus gaat verder: Hij vervult de Wet inzake de reinheid van voedsel, die zo belangrijk was in het dagelijks leven van de jood, door de "pedagogische" betekenis Vgl. Gal. 3, 24 ervan te onthullen door middel van een goddelijke interpretatie: "Al wat van buitenaf in de mens komt, kan hem niet bezoedelen (...)", en hiermee verklaart Hij alle voedsel rein. "Wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens. Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen komen boze gedachten" (Mc. 7, 18-21). Door met goddelijk gezag de uiteindelijke interpretatie van de Wet te geven kwam Jezus tegenover sommige wetgeleerden te staan, die zijn interpretatie van de Wet, die toch gewaarborgd werd door de goddelijke tekenen waarmee die interpretatie gepaard ging Vgl. Joh. 5, 36 Vgl. Joh. 10, 25.37-38 Vgl. Joh. 12, 37 niet aanvaardden. Dit geldt in het bijzonder voor de kwestie aangaande de sabbat: Jezus herinnert eraan, dikwijls gebruikmakend van rabbijnse argumenten Vgl. Mc. 2, 25-27 Vgl. Joh. 7, 22-24 , dat de sabbatrust niet verstoord wordt door de dienst aan God Vgl. Mt. 12, 15 Vgl. Num. 28, 9 of de naaste Vgl. Lc. 13, 15-16 Vgl. Lc. 14, 3-4 , een dienst waarvan zijn genezingen de verwezenlijking zijn.
De innerlijke boetvaardigheid houdt een grondige heroriëntering van heel het leven in, een terugkeer, een, bekering van ganser harte tot God, een afzien van de zonde, een afkeer van het kwaad, met daarbij een weerzin tegen de slechte daden die bedreven werden. Tegelijkertijd wekt zij in ons het verlangen en het besluit ons leven te veranderen, met daarbij de hoop op de goddelijke barmhartigheid en in het vertrouwen op de hulp van zijn genade. Deze bekering van het hart gaat vergezeld van een heilzame smart en droefheid, die de Kerkvaders animi cruciatus (zielskwelling) of compunctio cordis (rouwmoedigheid van het hart) hebben genoemd. Vgl. Concilie van Trente, 14e Zitting - De leer over het Sacrament van de Biecht, Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae (25 nov 1551), 10-12.32 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van het Concilie van Trente, Catechismus Romanus Concilii Tridentini. 2, 5, 4
De hartstochten zijn natuurlijke componenten van de menselijke psyche, ze vormen de plaats waar het gevoelsleven en het leven van de geest in elkaar overgaan en verzekeren de band tussen beide. Onze Heer duidt het menselijk hart aan als de bron waaruit de stroom van de hartstochten opborrelt. Vgl. Mc. 7, 21
Het hart is de zetel van de morele persoonlijkheid: "Want uit het hart komen voort boze gedachten, moord, echtbreuk, ontucht en wangedrag" (Mt. 15, 19). De strijd tegen de begeerlijkheid van het vlees verloopt via de loutering van het hart en het beoefenen van de matigheid.
Houdt stand in de eenvoud, de onschuld, en gij zult zijn als kleine kinderen, die het kwaad dat mensenlevens verwoest, niet kennen. Apostolische Vader, De Herder van Hermas, Hermae Pastor. Mand. 2,1: PG 2, 916
Waar komt het gebed van de mens vandaan? Wat ook de taal van het gebed (gebaren en woorden) is, het is heel de mens die bidt. Maar om de plaats aan te geven waaruit het gebed voortkomt, heeft de heilige Schrift het soms over de ziel of over de geest, maar meestal over het hart (meer dan duizend keer). Het hart bidt. Als het ver van God verwijderd is, heeft het geen zin om zich in een gebed te uiten.
Zo komen de woorden van de Heer over de vergeving tot leven: deze liefde die lief heeft tot het uiterste van de liefde. Vgl. Joh. 13, 1 De gelijkenis van de hardvochtige dienaar, die de bekroning vormt van het onderricht van de Heer over de kerkelijke gemeenschap, Vgl. Mt. 18, 23-35 eindigt met de volgende woorden: "Zo zal ook mijn hemelse Vader met ieder van u handelen, die niet zijn broeder van harte vergiffenis schenkt." Daarmee, met "van harte", staat of valt alles. Het ligt niet in onze macht gevoelens uit te schakelen en te vergeten wat ons is aangedaan; maar het hart dat zich aanbiedt aan de Heilige Geest, verandert de verwonding in medelijden en zuivert de herinnering door de belediging om te vormen tot voorspraak.