• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De menselijke persoon, geschapen naar Gods beeld, is tegelijkertijd een lichamelijk en een geestelijk wezen. Het bijbelverhaal brengt deze werkelijkheid tot uitdrukking in een symbolisch taalgebruik, wanneer het zegt: "God boetseerde de mens uit stof, van de aarde genomen en Hij blies hem de levensadem in de neus: zo werd de mens een levend wezen." (Gen. 2, 7) De mens is dus in zijn geheel door God gewild.
Dikwijls staat de term "ziel" in de heilige Schrift voor "het menselijk leven" Vgl. Mt. 16, 25-26 Vgl. Joh. 15, 13 of voor heel de menselijke persoon. Vgl. Hand. 2, 41 Maar hij geeft ook aan wat het diepste wezen van de mens Vgl. Mt. 26, 38 Vgl. Joh. 12, 27 en het meest waardevolle in hem, Vgl. Mt. 10, 28 Vgl. 2 Mak. 6, 30 en eveneens datgene waardoor hij in het bijzonder Gods beeld is: "ziel" betekent het geestelijk beginsel in de mens.
Het lichaam van de mens heeft deel aan de waardigheid van "het beeld van God": het is een menselijk lichaam; juist omdat het bezield wordt door een geestelijke ziel en het de menselijke persoon die in zijn geheel bestemd is om in het lichaam van Christus de tempel van de Geest te worden: Vgl. 1 Kor. 6, 19-20 Vgl. 1 Kor. 15, 44-45
Als een eenheid van lichaam en ziel verenigt de mens in zich, juist door zijn lichamelijkheid, de elementen van de stoffelijke wereld, zodat deze door hem hun hoogtepunt bereiken en hun stem verheffen om in vrijheid de Schepper te prijzen. De mens mag dus zijn lichamelijk leven niet minachten, integendeel, hij moet zijn lichaam als door God geschapen en door Hem bestemd voor de verrijzenis op de laatste dag, waarderen en eerbiedigen. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 14. § 1
De eenheid van lichaam en ziel gaat zo diep dat men de ziel als de "vorm" van het lichaam moet beschouwen, Vgl. Concilie van Vienne, Constitutie, Dwalingen toegeschreven aan Petrus Johannes Olivi, Fidei catholicae (6 mei 1312), 2 d.w.z. dankzij de geestelijke ziel is het uit stof bestaande lichaam een menselijk en levend lichaam; geest en stof zijn in de mens geen twee met elkaar verenigde naturen, maar hun eenheid vormt een natuur.
De mens is "één naar lichaam en ziel". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 14. § 4 De geloofsleer stelt dat de geestelijke en onsterfelijke ziel direct door God geschapen wordt.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test