15 augustus 1997
De achtste dag. Maar voor ons is een nieuwe dag opgegaan: de dag van Christus' verrijzenis. De zevende dag voltooit de eerste schepping. Op de achtste dag begint de nieuwe schepping. Zo vindt het scheppingswerk zijn hoogtepunt in het grotere werk van de verlossing. De eerste schepping vindt haar betekenis en haar hoogtepunt in de nieuwe schepping in Christus, waarvan de glans die van de eerste overtreft. Vgl Missale Romanum, Paaswake 24; Gebed na de eerste lezing, Altaarmissaal (NL) 356; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 169
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laat ons hem vieren in blijdschap (Ps. 118, 24).
Jezus is verrezen uit de doden, "de eerste dag van de week" (Mt. 28, 1)(Mc. 16, 2)(Lc. 24, 1)(Joh. 20, 1). Als "eerste dag" brengt de dag van Christus' verrijzenis ons de oorspronkelijke schepping in herinnering. Als "achtste dag", die volgt op de dag van de sabbat, Vgl. Mc. 16, 1 Vgl. Mt. 28, 1 verwijst hij naar de nieuwe schepping, die met Christus' Verrijzenis een aanvang nam. Voor de Christenen is hij de eerste geworden van alle dagen, het eerste feest van alle feesten, de dag des Heren (Hè kuriakè hèmera, dies dominica), de "zon(ne)dag".
Wij komen samen op de dag van de zon, omdat het de eerste dag is (na de Joodse sabbat, maar ook de eerste dag) waarop God de materie uit de chaos te voorschijn gehaald heeft en de wereld heeft geschapen, en omdat op diezelfde dag Christus uit de doden is opgestaan. H. Justinus, Eerste apologie, Apologia contra Antoninus Pius. 1,67
Ook de schepping verlangt vurig naar de openbaring van Gods kinderen (...). Maar zij is niet zonder hoop, want ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij der vergankelijkheid (...). Wij weten immers dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, altijd door. En niet alleen zij, ook wij zelf, die toch reeds de eerstelingen van de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten over ons eigen lot, zolang wij nog wachten op de verlossing van ons lichaam (Rom. 8, 19-23).