15 augustus 1997
Zo kan men mettertijd ontdekken dat God in zijn almachtige voorzienigheid iets goeds kan laten voortkomen uit de gevolgen van een kwaad, zelfs van een moreel kwaad, veroorzaakt door zijn schepselen: "Niet jullie hebben mij hier gebracht", zegt Jozef tegen zijn broers, "maar God zelf; (...) jullie hebben kwaad tegen mij beraamd, maar God heeft het ten goede gekeerd, om (...) het behoud van een talrijk volk te bewerken" (Gen. 45, 8)(Gen. 50, 20). Vgl. Tobit 2, 12-18. vulg. Uit het grootste morele kwaad dat ooit bedreven is, het afwijzen en het vermoorden van de Zoon van God, veroorzaakt door de zonden van alle mensen, heeft God door de overvloed van zijn genade Vgl. Rom. 5, 20 het allergrootste goed laten voortkomen: de verheerlijking van Christus en onze verlossing. Daarmee wordt het kwaad echter nog geen goed.