CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
"In het begin was het Woord en het Woord was God (...). Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is" (
Joh. 1, 1-3). Het Nieuwe Testament openbaart dat God alles geschapen heeft door het eeuwige Woord, zijn welbeminde Zoon. In Hem "is alles geschapen in de hemelen en op aarde (...) het heelal is geschapen door Hem en voor Hem. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem" (
Kol. 1, 16-17). Het geloof van de kerk bevestigt op dezelfde manier het scheppend handelen van de heilige Geest: Hij "geeft het leven",
1e Concilie van Constantinopel, Credo van Nicea - Constantinopel (31 juli 381). vert. uit Gr. Hij is "de scheppende Geest"
"Veni Creator Spiritus": Getijdengebed, Hymne, de "bron van alle goeds".
Byzantijnse liturgie, Troparion van de vespers van Pinksteren.
Christus is het middelpunt van de wereld van de engelen. Het zijn
zijn engelen. "Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen..." (
Mt. 25, 31). Zij zijn van Hem, omdat zij
door en
voor Hem geschapen zijn: "Want in Hem is alles geschapen in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, tronen en hoogheden, heerschappijen en machten. Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem" (
Kol. 1, 16). Zij zijn des te meer van Hem, omdat Hij hen tot boodschappers gemaakt heeft van zijn heilsplan: "Wat zijn zij anders dan dienende geesten, uitgezonden ten behoeve van hen voor wie het heil is weggelegd?" (
Heb. 1, 14).