• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Maar deze "innige en vitale verbondenheid met God" Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 19. 1 kan door de mens vergeten, miskend of zelfs uitdrukkelijk afgewezen worden. De oorsprong van een dergelijke houding kan heel verschillend zijn: opstand tegen het kwaad in de wereld, godsdienstige onwetendheid of onverschilligheid, de zorgen van de wereld en de rijkdom Vgl. Mt. 13, 22 het slechte voorbeeld van de gelovigen, gedachten stromingen die het geloof vijandig gezind zijn en tenslotte de houding van de zondige mens die zich uit angst voor God verbergt en vlucht voor zijn oproep. Vgl. Gen. 3, 8-10

Alinea's in de marge van alinea 29

Het atheïsme
"Velen van onze tijdgenoten zien de intieme levensverbondenheid van God met de mens helemaal niet in of verwerpen deze expliciet. Daarom dient het atheïsme gerekend te worden tot de meest ernstige problemen van deze tijd". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 19. § 1
Onder de naam atheïsme treffen wij heel verschillende fenomenen aan. Een veel voorkomende vorm is het praktisch materialisme dat zijn behoeften en ambities beperkt tot het "hier en nu". Het atheïstisch humanisme denkt ten onrechte dat de mens "zichzelf tot doel is en de enige ontwerper en uitvoerder van zijn geschiedenis". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 20. § 1 Een andere vorm van hedendaags atheïsme verwacht de bevrijding van de mens van een economische en sociale bevrijding; "men is dan van mening dat de godsdienst van nature deze bevrijding in de weg staat, voor zover hij de mens, door zijn hoop op een toekomstig en bedrieglijk leven te richten, juist van de uitbouw van de aardse woonstede af zou schrikken". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 20. § 2
Voor zover het atheïsme het bestaan van God verwerpt of afwijst, is het een zonde tegen de deugd van godsvrucht. Vgl. Rom. 1, 18 De toerekenbaarheid van deze fout kan sterk verminderd worden omwille van de intenties en de omstandigheden. In het ontstaan en de verspreiding van het atheïsme "kunnen de gelovigen een niet gering aandeel hebben in zoverre men van hen moet zeggen, dat zij door het verwaarlozen van de geloofsopvoeding, hetzij door misleidende uiteenzettingen van de leer, hetzij zelfs door een gebrekkig godsdienstig, moreel en sociaal leven, het ware gezicht van God en de godsdienst veeleer verhullen dan onthullen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 19. § 3
Vaak steunt het atheïsme op een valse opvatting van de menselijke autonomie, die men zover doorvoert dat men elke vorm van afhankelijkheid van God afwijst. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 20. § 1 Toch "is de kennis van God op geen enkele wijze in tegenspraak met de waardigheid van de mens, daar een dergelijke waardigheid juist in God haar fundament en voltooiing heeft". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 21. § 3 De Kerk weet "dat haar boodschap overeenstemt met de meest verborgen verlangens van het menselijk hart". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 21. § 7
Het agnosticisme
Men treft het agnosticisme in velerlei vormen aan. In bepaalde gevallen weigert de agnosticus God te loochenen; hij neemt integendeel het bestaan aan van een transcendent wezen, dat zich echter niet zou kunnen openbaren en waarover dus niemand iets zou weten te zeggen. In andere gevallen wil de agnosticus zich niet uitspreken over het al of niet bestaan van God; het is immers onmogelijk, zo zegt hij, dit bestaan te bewijzen en zelfs het te bevestigen of te ontkennen.
In het agnosticisme is soms een verlangen aanwezig om God te ontdekken, maar het kan ook het teken zijn van onverschilligheid, van een vlucht voor de laatste vraag van het menselijk bestaan en van een gemakzuchtig moreel bewustzijn. Het agnosticisme komt al te vaak neer op een praktisch atheïsme.
In de zonde heeft de mens zichzelf boven God gesteld en daardoor God geminacht: hij heeft voor zichzelf gekozen tegen God, tegen hetgeen van hem als schepsel gevraagd werd, en sindsdien, tegen hetgeen goed voor hemzelf was. In een staat van heiligheid gesteld, was de mens om door God voorbestemd ten volle "vergoddelijkt" te worden in heerlijkheid. Door de verleiding van de duivel heeft hij "als God willen zijn", Vgl. Gen. 3, 5 maar "zonder God en voor God, en niet overeenkomstig God". H. Maximus Confessor, Ambiguorum Liber. vert uit Gr.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test