15 augustus 1997
Wanneer wij vragen om verlost te worden van de Boze, bidden wij evenzeer om bevrijd te worden van al het kwaad, in heden, verleden en toekomst, dat hij tot stand brengt of waarvan hij de aanstichter is In deze afsluitende bede brengt de Kerk heel de ellende van de wereld tot de Vader. Met de verlossing uit al het kwaad dat de mensheid neerdrukt, smeekt zij de kostbare gave van de vrede af en de genade van de volhardende verwachting van de wederkomst van Christus. Door zo te bidden loopt zij in de nederigheid van het geloof vooruit op het moment waarop alles en iedereen onder een hoofd wordt gebracht in Hem die "de sleutels van de dood en het dodenrijk heeft" (Openb. 1, 18), "'die is en die was en die komt', de Albeheerser" (Openb. 1, 8): Vgl. Openb. 1, 4
Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef vrede in onze dagen; dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Embolisme, Altaarmissaal (NL) blz. 715; Missaal voor Zon. en Feestdagen (B), 360
Het christelijke smeekgebed heeft als centraal thema het verlangen naar en het zoeken van het koninkrijk dat komen zal, in overeenstemming met het onderricht van Jezus. Vgl. Mt. 6, 10.33 Vgl. Lc. 11, 2.13 Er is een rangorde in het smeekgebed: eerst het koninklijk, vervolgens wat nodig is om het te ontvangen en om mee te werken aan de komst ervan. Deze medewerking aan de zending van Christus en van de Heilige Geest, die thans de zending is van de kerk, is het voorwerp van het gebed van de apostolische gemeenschap. Vgl. Hand. 6, 6 Vgl. Hand. 13, 3 Het gebed van Paulus, apostel bij uitstek, laat zien hoe de goddelijke zorg voor alle kerken het christelijke gebed moet bezielen. Vgl. Rom. 10, 1 Vgl. Ef. 1, 16-23 Vgl. Fil. 1, 9-11 Vgl. Kol. 1, 3-6 Vgl. Kol. 4, 3-4.12 Door het gebed werkt elke gedoopte aan de komst van het koninkrijk.