
15 augustus 1997
De heilige Schrift belijdt meermalen de universele macht van God. Hij wordt genoemd "Jakobs Machtige" Vgl. Jes. 1, 24 , "de Heer der heerscharen" (Ps. 24, 10), "de Sterke, de Machtige" (Ps. 24, 8). Als God almachtig is "in de hemel en op aarde" (Ps. 135, 6), dan betekent dit dat Hij ze gemaakt heeft. Voor Hem is dus niets onmogelijk Vgl. Jer. 32, 17 Vgl. Lc. 1, 37 en Hij beschikt over zijn werk, zoals Hij wil; Vgl. Jer. 27, 5 Hij is de Heer van het heelal, waarvan Hij de orde gevestigd heeft, die geheel aan Hem onderworpen blijft en waarover Hij blijft beschikken; Hij is de meester van de geschiedenis: Hij regeert de harten en de gebeurtenissen, zoals Hij wil. Vgl. Est. 13, 9 Vgl. Spr. 21, 1 Vgl. Tob. 13, 2 "Het is immers altijd mogelijk uw macht te ontplooien en wie zal er weerstaan aan de kracht van uw arm?" (Wijsh. 11, 21).
Het getuigenis van de Schrift is unaniem in deze: de zorg van de goddelijke voorzienigheid is "concreet" en "onmiddellijk"; zij zorgt voor alles, van de kleinste dingen tot de grote gebeurtenissen in de wereld en de geschiedenis. De Schrift bevestigt met klem de absolute soevereiniteit van God in de loop van de gebeurtenissen: "De God van Israël is in de hemel, Hij handelt zoals Hij verkiest" (Ps. 115, 3); en van Christus wordt gezegd: "Als Hij opent, sluit niemand en als Hij sluit, opent niemand" (Openb. 3, 7); "In het hart van een man gaan veel plannen om, maar wat Jahwe besluit, dat komt tot stand" (Spr. 19, 21).