15 augustus 1997
Het gebed van Maria wordt ons geopenbaard bij het aanbreken van de volheid van de tijd. Vóór de menswording van de Zoon van God en vóór de uitstorting van de heilige Geest, werkt haar gebed op unieke wijze mee aan het heilsplan van de Vader: tijdens de aankondiging met het oog op de ontvangenis van Christus, Vgl. Lc. 1, 38 op Pinksteren voor de vorming van de Kerk, het lichaam van Christus. Vgl. Hand. 1, 14 In het geloof van zijn nederige dienstmaagd krijgt de gave van God de ontvangst die Hij vanaf het begin van de tijden verwacht heeft. De vrouw die door toedoen van de allerhoogste "vol van genade" is geworden, antwoordt door haar hele wezen aan te bieden: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord". "Fiat", dat is het christelijke gebed: helemaal van Hem zijn, omdat Hij helemaal van ons is.
Het evangelie openbaart ons hoe Maria bidt en ten beste spreekt in het geloof: in Kana Vgl. Joh. 2, 1-12 bidt de moeder van Jezus tot haar Zoon om tegemoet te komen aan de noden van een bruiloftsmaal, teken van een ander maal, en wel het bruiloftsmaal van het lam, waarbij. Hij op vraag van de Kerk, zijn bruid, zijn lichaam en bloed geeft. En het is wanneer het uur aanbreekt van het nieuwe verbond, aan de voet van het kruis, Vgl. Joh. 19, 25-27 dat Maria verhoord wordt als de Vrouw, de nieuwe Eva, de ware "moeder van de levenden".