15 augustus 1997
Het gelovig gebed bestaat niet alleen maar in het uitspreken van "Heer, Heer", maar in de bereidheid van het hart om de wil van de Vader te doen. Vgl. Mt. 7, 21 Jezus roept zijn leerlingen op om die zorg voor de medewerking aan het goddelijke plan te dragen in het gebed. Vgl. Mt. 9, 38 Vgl. Lc. 10, 2 Vgl. Joh. 4, 34
"Als iemand de wil van God doet, dan luistert Hij naar zo iemand" (Joh. 9, 31). Vgl. 1 Joh. 5, 14 Zo invloedrijk is het gebed van de Kerk in naam van haar Heer, vooral in de eucharistie; het gebed van de Kerk is een voorspreken in gemeenschap met de geheel en al heilige moeder van God Vgl. Lc. 1, 38.49 en van alle heiligen in wie de Heer "behagen" heeft gehad, omdat zij alleen maar Gods wil gewild hebben:
Ook is het niet in strijd met de waarheid om de woorden "Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel" op te vatten als "in de kerk zoals in onze Heer Jezus Christus zelf", moge uw wil geschieden in de bruid die met Hem verloofd is, zoals in de bruidegom die de wil van de Vader volbracht heeft. H. Augustinus, De sermone Domini in monte. 2,6,24, vert. uit Lat.