
15 augustus 1997
Uit deze vertrouwelijke omgang met de trouwe God, lankmoedig en vol liefde, Vgl. Ex. 34, 6 heeft Mozes de kracht en de volharding van zijn voorspraak geput. Hij bidt niet voor zichzelf, maar voor het volk dat God zich verworven heeft. Al tijdens het gevecht met de Amalekieten Vgl. Ex. 17, 8-13 of wanneer hij de genezing van Mirjam probeert te bewerkstelligen, Vgl. Num. 12, 13-14 is Mozes pleitbezorger. Maar vooral na de afvalligheid van het volk "komt Mozes tussenbeide" ten overstaan van God (Ps. 106, 23) om het volk te redden. Vgl. Ex. 32, 1-34, 9 De argumenten waarmee hij bidt (de voorspraak is ook een geheimzinnige strijd) zullen later de stoutmoedigheid van de grote bidders inspireren niet alleen in het joodse volk maar ook in de Kerk: God is liefde, Hij is dus rechtvaardig en trouw; Hij kan zichzelf niet tegenspreken, Hij moet zich zijn wonderbaarlijke daden herinneren, zijn heerlijkheid staat op het spel, Hij kan het volk dat zijn naam draagt, niet in de steek laten.