15 augustus 1997
Aan de "zuiveren van hart" werd beloofd dat ze God zullen zien "van aangezicht tot aangezicht" en aan Hem gelijk worden. Vgl. 1 Kor. 13, 12 Vgl. 1 Joh. 3, 2 De zuiverheid van hart is de voorwaarde om te komen tot de aanschouwing van God. Zij geeft ons nu reeds de mogelijkheid om te zien in het licht van God en om de ander te verwelkomen als onze "naaste"'. Zij maakt het ons mogelijk het menselijk lichaam, het onze en dat van de naaste, te zien als de tempel van de heilige Geest, als een blijk van de goddelijke schoonheid.
"Het koninkrijk van God is gerechtigheid, vrede en vreugde door de Heilige Geest" (Rom. 14, 17). Het einde van de tijden, waarin wij leven, is de tijd van de uitstorting van de Heilige Geest. Vanaf dat ogenblik wordt er een beslissend gevecht aangegaan tussen "het vlees" en de Geest: Vgl. Gal. 5, 16-25
Het is het kenmerk van een zuiver hart om onomwonden te zeggen: "Uw rijk kome". Want alleen hij die Paulus heeft horen zeggen: "Laat dus de zonde niet heersen in uw ster lichaam" (Rom. 6, 12) en vervolgens zichzelf in zijn handelen, denken en spreken gezuiverd heeft, zal tot God zeggen: "Uw rijk kome!". H. Cyrillus van Jeruzalem, Tweede mystagogische catechese, Catecheses Mystagogicae. 5,13, vert. uit Gr.
"Naar Gods beeld geschapen" (Gen. 1, 26) geeft de mens ook gestalte aan de waarheid van zijn relatie met God door de schoonheid van zijn artistieke scheppingen. Kunst is inderdaad een uitdrukkingsvorm die eigen is aan de mens; kunst is een vrij geschonken overmaat van de innerlijke rijkdom van de mens, die het zoeken naar de levensnoodzakelijke dingen overtreft, dat bij alle levende wezens aanwezig is. Geboren uit een talent, dat de Schepper geschonken heeft en uit de inspanning van de mens zelf, is kunst een vorm van praktische wijsheid, die kennis met kunde verenigt Vgl. Wijsh. 7, 17 en zo gestalte geeft aan de authentieke werkelijkheid in een taal die door het oog of het oor gevat kan worden. Zo bezit de kunst een zekere gelijkenis met Gods scheppende activiteit, voorzover zij zich laat leiden door de waarheid en de liefde tot de werkelijkheid. Evenmin als elke andere menselijke activiteit vindt de kunst haar uiteindelijke bestemming in zichzelf; zij is gericht op, en wordt veredeld door het einddoel van de mens. Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Kerst 1955, Col Cuore (24 dec 1955) Vgl. Paus Pius XII, Radiotoespraak, Tot de J.O.C. te Brussel (3 sept 1950)