
15 augustus 1997
Het martelaarschap is het meest verheven getuigenis dat men van de waarheid van het geloof kan geven; het betekent een getuigenis dat reikt tot in de dood. De martelaar getuigt voor Christus, gestorven en verrezen, met wie hij door de liefde verbonden is. Hij getuigt van de waarheid van het christelijk geloof en de christelijke leer. Hij trotseert de dood in een houding van sterkte. "Laat me voedsel worden voor de wilde dieren. Door hen zal het mij gegeven zijn bij God te komen". H. Ignatius van Antiochië, Brief aan de Romeinen, Epistula ad Romanos. 4,1: SCh 10, 110
De Christen "moet zich niet schamen van onze Heer te getuigen" (2 Tim. 1, 8) in woord en daad. Het martelaarschap is het hoogste getuigenis dat men kan afleggen van de waarheid van het geloof.