CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
De menselijke ellende is in haar uiteenlopende vormen van materiële ontbering, onderdrukking, lichamelijke en psychische kwalen en tenslotte de dood het duidelijke teken van de aangeboren toestand van zwakheid, waarin de mens zich bevindt sinds de erfzonde, en van de nood aan verlossing. Daarom heeft deze ellende het medelijden opgewekt van Christus, onze Verlosser, die ze op zich heeft willen nemen en zich heeft willen vereenzelvigen met de minsten van zijn broeders en zusters. Daarom zijn diegenen die door tegenslagen en ellende getroffen worden het voorwerp van een
voorkeursliefde van de Kerk, die zich, ondanks de tekortkomingen van velen van haar leden, vanaf het begin zich onophoudelijk heeft ingespannen om de nood van de armen te verlichten, hen te verdedigen en hen te bevrijden. Zij heeft dit gedaan door ontelbare werken van barmhartigheid en naastenliefde, die nu ook nog overal noodzakelijk zijn".
Congregatie voor de Geloofsleer, Over de christelijke vrijheid en bevrijding, Libertatis conscientia (22 mrt 1986), 68