Daarom belijden de apostelen Jezus als "het Woord dat in het begin bij God was en dat het Woord God is" Vgl. Joh. 1, 1 ; als "het beeld van de onzichtbare God" (Kol. 1, 15); als "de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen" (Heb. 1, 3).