CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
In den beginne heeft God aan de menselijke gemeenschap het gezamenlijk beheer van de aarde en haar natuurlijke hulpbronnen toevertrouwd om er zorg voor te dragen, om ze door haar arbeid te onderwerpen en om van haar vruchten te genieten.
Vgl. Gen. 1, 26-29
De goederen van de schepping zijn bestemd voor de hele mensheid. Maar niettemin is de grond verdeeld tussen de mensen om hun bestaanszekerheid veilig te stellen; want dit bestaan is blootgesteld aan gebrek en wordt bedreigd door geweld. Het is dan ook gewettigd, eigendom te verwerven om de vrijheid en de waardigheid van de personen te verzekeren, om ieder mens te helpen te voorzien in zij n eigen fundamentele behoeften en in de noden van hen, voor wie hij verantwoordelijk is. Dit moet het mogelijk maken dat er een natuurlijke solidariteit tussen de mensen groeit.