Geroepen om het leven te schenken, hebben de echtgenoten deel aan de scheppende kracht en het vaderschap van God. Vgl. Ef. 3, 14Vgl. Mt. 23, 9 "De echtgenoten weten dat zij in hun taak om menselijk leven door te geven en op te voeden (wat als hun eigen zending beschouwd moet worden) de medewerkers van de liefde van de scheppende God zijn en als het ware de vertolkers ervan. Daarom moeten zij hun opdracht in menselijke en christelijke verantwoordelijkheid vervullen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 50. § 2