Zelfbeheersing is een zaak van lange adem. Men mag nooit denken dat men ze eens voor altijd verworven heeft. In elke levensfase zal men zich ervoor moeten inspannen. Vgl. Tit. 2, 1-6 De vereiste inspanning kan intenser zijn in bepaalde perioden van het leven, wanneer bijvoorbeeld de persoonlijkheid gevormd wordt, in de kinderjaren en de jonge volwassenheid.