CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Ook al zijn de familiebanden belangrijk, ze zijn niet absoluut. Zoals het kind opgroeit tot volwassenheid en tot menselijke en geestelijke zelfstandigheid, zo wordt ook zijn persoonlijke roeping, die haar oorsprong vindt in God, steeds duidelijker en krachtiger. De ouders zullen deze roeping eerbiedigen en hun kinderen aansporen om er positief op in te gaan. Men moet ervan overtuigd zijn dat de eerste roeping van de christen erin bestaat om Jezus te volgen:
Vgl. Mt. 16, 25
"Wie zijn vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij is Mij niet waardig" (
Mt. 10, 37).
Leerling worden van Jezus is de uitnodiging aanvaarden om tot
Gods familie te behoren en te leven in overeenstemming met zijn levenswijze: "want mijn broeder, mijn zuster en mijn moeder zijn zij die de wil volbrengen van mijn Vader in de hemel" (
Mt. 12, 49).
De ouders zullen het met vreugde en dankbaarheid aanvaarden en eerbiedigen, wanneer de Heer een van hun kinderen roept Hem te volgen in een leven in maagdelijkheid omwille van het rijk Gods in het gewijde leven of in het priesterschap.