Het vierde gebod werpt ook een licht op de andere verhoudingen in de samenleving . In onze broers en zussen zien wij de kinderen van onze ouders; in onze neven en nichten de afstammelingen van onze voorouders; in onze medeburgers de zonen en dochters van ons vaderland; in de gedoopten de kinderen van onze moeder de kerk; in ieder mens een zoon of dochter van Hem die "Onze Vader" genoemd wil worden. Zo zien wij in dat onze relaties met onze medemens beleefd kunnen worden als persoonlijke relaties. Onze medemens is geen "individu" in de grote massa; hij is "iemand" die bijzondere aandacht en respect verdient, omdat we zijn oorsprong kennen.