15 augustus 1997
Deze gewoonte van de Christenen om samen te komen dateert van het begin van de apostolische tijd. Vgl. Hand. 2, 42-46 Vgl. 1 Kor. 11, 17 De brief aan de Hebreeën herinnert eraan "niet weg te blijven van onze bijeenkomsten, zoals sommigen gewoon zijn te doen; maar laten wij elkaar moed inspreken" (Heb. 10, 25).
De traditie bewaart de herinnering aan een aansporing, die nog altijd actueel is: "vroeg naar de kerk gaan, tot de Heer naderen en zijn zonden belijden, in het gebed tot inkeer komen (...) de heilige en goddelijke liturgie bijwonen, zijn gebed beëindigen en niet vertrekken vóór de wegzending (...). Wij hebben het vaak gezegd: deze dag is u gegeven voor gebed en rust. Het is de dag die de Heer heeft gemaakt. Laat ons hem vieren in blijdschap". Anoniem, Serm. dom
Vooral op "de eerste dag van de week", dit wil zeggen op zondag, de dag van de verrijzenis van Jezus, kwamen de Christenen samen "voor het breken van het brood" (Hand. 20, 7). Sindsdien is de Eucharistie voortdurend gevierd, tot op de dag van vandaag, zodat men haar nu overal in de Kerk aantreft, met dezelfde fundamentele structuur. Zij blijft het centrum van het leven van de Kerk.